Portfolio

Olga Grjasnowa – God is niet verlegen

Cover Olga Grjasnowa – God is niet verlegen

De betogers willen dwars door de oude binnenstad trekken, vanaf de majestueuze Omajjaden-moskee tot aan het drukke plein al-Merjeh met de talrijke hotels en restaurants en met de ongelofelijk lelijke bronzen zuil met draden eromheen, die moet herinneren aan de eerste telegraafleiding naar Mekka. Alsof je God zo eenvoudig kunt bereiken, bedenkt Amal, en uit voorzorg haalt ze de simkaart uit haar mobieltje. Ondanks de waarschuwing van de geheime dienst heeft ze besloten door te gaan, en ze is lang niet de enige. Ongeacht de arrestaties, het traangas, de scherpschutters, de medewerkers van de shabiha die de betogers neersteken of in elkaar slaan, komen er keer op keer meer mensen naar de betogingen. De revolutie wordt de enige oplossing die nog mogelijk is.


Op een paar meter afstand van Amal loopt een vrouw die een stralend witte bloes, een zwarte spijkerbroek, een witte hoofddoek en een kleine camcorder draagt, waarmee ze de stoet betogers filmt. Even draait ze zich naar Amal om, hun blikken ontmoeten elkaar, en dan valt ze op de grond. Amal denkt eerst dat ze gestruikeld is en zet een stap in haar richting om haar te helpen. Daarna ziet ze dat de bloes van de andere vrouw een donkerrode kleur aanneemt, en ze knielt bij haar neer. De vrouw rochelt, en het klinkt al niet meer menselijk. Plotseling welt er overal bloed op, het komt door haar mond en haar neusgaten, een absurd grote hoeveelheid bloed. Het plakt aan Amals handen, kleren, schoenen. Een jongeman noemt de vrouw habibi, lieveling, en smeekt haar wakker te blijven. Amal zet haar rechtop, zodat ze het bloed kan uitspugen. Ze rolt met haar ogen, haar rechterarm trilt, ze verliest nog meer bloed, en dan draaien haar ogen naar binnen, het leven dooft uit. Haar lichaam is nog warm. Amal wordt overvallen door een gevoel van totale zinloosheid, laat het levenloze lichaam over aan de menigte die intussen rond haar is samengedrongen en loopt vlug weg. Ze loopt niet, ze rent, zonder er ook maar over na te denken waarheen – gewoon weg, dat is het belangrijkste.


Bij het volgende kruispunt pakken twee mannen haar handen beet. Ze heeft geen tijd om op de aanval te reageren en voelt een harde schop tegen haar rug. Meteen trekt er een brandende pijn door haar onderrug, die uitstraalt naar haar benen. Vlak daarop raakt de leren knuppel haar knieholtes. Amal zakt op de grond. Haar wang komt met een klap neer op de vuile straatstenen. Nog een klap. Ze blijft liggen, kromt haar rug en hapt naar lucht. Dan strekt ze haar arm uit om haar hoofd te beschermen. De twee mannen lachen, pakken haar onder haar oksels en slepen haar naar een witte Opel Omega Combi, waar ze haar handen met een tiewrap knevelen en haar in de kofferbak opsluiten. Hoewel de motor draait is de auto leeg, op de bestuurdersplaats na. De chauffeur slingert haar meteen heel vulgaire dingen naar het hoofd. Amal wist tot nu toe niet eens dat zulke taal in het Arabisch bestond.


Terug naar Portfolio.